- De PREFA dakpan kan op dwarslatten met tussenlat worden gemonteerd. Deze daklatten moeten minimaal 30 x 50 mm zijn (ca. 5 strekkende meter latten/m² nodig). Er moet absoluut op de nauwkeurige lattenafstand van 419 mm van hoofdlat tot hoofdlat worden gelet. De tussenlatten mogen in geen geval worden weggelaten, deze dienen o.a. als steun voor de sneeuwstopper. Bij de berekening moet rekening worden gehouden met de statische eisen en de dakspantenafstand.
- PREFA dakschindels, daklosanges, dakpaneel FX.12 en PREFALZ moeten op volledige bebording worden gemonteerd. De PREFA dakpan kan op volledige bebording worden gemonteerd. De volledige bebording moet volgens de geldende normen worden uitgevoerd. Volgens ÖNORM B2215:2009 min. 24 mm dik en 80 - 160 mm breed. Volgens DIN 4074 T1 min. 24 mm dik en 100 - 160 mm breed. Bij de berekening van de onderconstructie moet rekening worden gehouden met de statische eisen en de dakspantenafstand.
- Vanaf een sneeuwbelasting van 3,25 kN/m² (Zwitserland: referentiehoogte 925 m) of in de gebiedscategorieën 0, I of II is bij PREFA dakpannen, dakpan R.16, dakschindels, daklosanges 29x29, daklosanges 44x44 en dakpaneel FX.12 een montage op volledige bebording met bitumen scheidingslaag vereist. De gebiedscategorieën 0 en I komen in Zwitserland en Oostenrijk niet voor. Voor Prefalz zijn deze bepalingen niet van toepassing.
Scheidingslagen hebben de volgende taken:: Een scheidingslaag is de laag die het metaal van de ondergrond scheidt.
- het metaal aan de onderkant beschermen tegen schadelijke alkalische invloeden en mogelijke schadelijke invloeden door houtbeschermingsmiddelen,
- het glijvermogen bij thermische lengtewijzigingen verbeteren,
- de houten bekleding of gelamineerde houten platen tijdens de bouwfase tegen vocht beschermen,
- de geluidsisolatie verbeteren,
- oneffenheden in het oppervlak van de dakconstructie verminderen.
In het algemeen adviseren wij het gebruik van een geschikte bitumen scheidingslaag.